6. Sociaal domein

Wat kost het?

Budget BUIG € 28.628 nadeel (structureel)
In 2017 hadden gemeenten de mogelijkheid om een voorschot te vragen op de rijksbijdrage BUIG. Hier hebben wij gebruik van gemaakt. Dit bedrag is in de jaarrekening over 2017 ook als voordeel meegenomen. Dit voorschot (€ 229.000) moet in gelijke delen in de periode 2019 tot en met 2026 terugbetaald worden. In de begroting vanaf 2019 hebben we de terugbetalingsverplichting van dit voorschot niet opgenomen. Per jaar betekent dit een terugbetalingsverplichting van € 28.628 (tot en met 2026).

WMO
Hulpmiddelen WMO - vervoersvoorziening € 200.000 nadeel (incidenteel)
Hulpmiddelen WMO - rolstoelen 120.000 nadeel (incidenteel)
Hulpmiddelen WMO - opbrengsten goederen/diensten € 210.000 voordeel (incidenteel)
Door de verlenging van het contract met de huidige leverancier van 1 november 2019 tot 1 juli 2020, zijn de tarieven van hulpmiddelen en servicekosten tussentijds met 18% gestegen. In de begroting 2020 is met een contractuele tariefstijging van 2% rekening gehouden.
Door een nieuwe aanbesteding per 1 juli 2020 worden de hulpmiddelen verkocht aan een nieuwe leverancier en vervolgens gehuurd. De opbrengst van deze verkoop (ruim 1 miljoen) wenden we in 2020 aan voor dekking van de stijgende lasten. Voor de restantopbrengst zullen wij bij de jaarrekening 2020 een voorstel doen tot resultaatbestemming om met dat nog nader te bepalen restant een bestemmingsreserve te vormen. De structurele stijging van de lasten kan de eerstkomende jaren worden gedekt door onttrekking aan deze nog te vormen reserve. Naar verwachting zullen in 2023 extra middelen nodig zijn.

Het aantal personen dat gebruik maakt van een scootmobiel neemt sinds medio 2019 toe. Ook in het 1e kwartaal 2020 is het aantal met 10 gestegen. Door de sterke stijging in de regio worden daarbij vooral nieuwe voorzieningen toegekend. Deze grotere aantallen voorzieningen leiden tot een toename van de servicekosten op jaarbasis. We stellen een onderzoek in naar het groeiende gebruik van voorzieningen om zo mogelijk de bestedingen te verminderen. In de programmabegroting komen we met een voorstel hoe we het tekort vanaf 2021 terugdringen.

Hulp bij huishouden € 275.000 nadeel (structureel)
Als gevolg van een aanbesteding zijn met terugwerkende kracht voor heel 2019 de tarieven aangepast. Omdat dit conform de Algemene maatregel van bestuur Reële prijs is gebeurd (landelijke richtlijn), betekende dit een verhoging van 6,9% voor de lichtste vorm en 15,4% voor de midden variant van de thuisondersteuning. Deze verhogingen zijn niet verwerkt in de begroting van 2020.

Het nadeel bedraagt € 275.000 en volgt uit de AMvB Reële prijs en de wijziging van de CAO van de thuiszorg. We nemen dit structureel mee in de programmabegroting.

Hulpmiddelen WMO - woningaanpassing € 100.000 nadeel (incidenteel)
Eind 2019 zijn 2 grote woningaanpassingen toegekend die in 2020 tot extra uitgaven leiden, omdat ze dit jaar gerealiseerd worden. Deze leiden tot een kostenoverschrijding van € 100.000. Grote woningaanpassingen van meer dan € 20.000 zijn de laatste jaren nauwelijks toegekend.

Gespecialiseerde jeugdhulp € 110.287 nadeel (structureel)
Veilig Thuis is het advies- en meldpunt voor huiselijk geweld en kindermishandeling. Door de explosieve groei van het aantal meldingen en adviezen als gevolg van de Verbeterde Meldcode(landelijke richtlijn) is zowel de capaciteit van het personeel uitgebreid als de normtijden voor iedere dienst. Met de verbeterde Meldcode hebben we beter zicht op huiselijk geweld en kindermishandeling waardoor we te maken hebben met meer meldingen. Dit leidt tot hogere kosten. De verhoging van benodigd budget is daarmee een logisch en verklaarbaar gevolg. In de meicirculaire wordt landelijk voor 2021 een bedrag toegekend van ongeveer € 38 miljoen voor Voogdij 18+ . Wij informeren u zo spoedig mogelijk over de uitkomsten van de meicirculaire. Dan zal ook duidelijk worden of en zo ja voor welk deel compensatie van deze hogere lasten plaatsvindt via de algemene uitkering gemeentefonds.

Jeugd uitvoeringskosten (budgetneutraal)
Van Regio Centraal Gelderland is een eenmalig budget van € 30.830 ontvangen met als bestedingsdoel het versterken van de lokale toegang (o.b.v. Ontwikkellijn 1 Regionaal Transformatieplan Jeugdhulp). Om deze ontwikkellijn een impuls te geven is het budget verdeeld over de gemeenten binnen de regio. De bestedingsdoelen zijn activiteiten/projecten die bijdragen aan vergroting van de kennis en vaardigheden van de lokale toegang met betrekking tot hun rol als verwijzer. Onder de lokale toegang worden alle verwijzers verstaan die naar jeugdhulp kunnen verwijzen (huisartsen, jeugdartsen, medisch specialisten, lokale teams). De verhoging van de lasten en baten verloopt budgetneutraal.

Taskforce Sociaal Domein

De opgave van de taskforce is een besparing te realiseren van € 1,85 miljoen in drie jaar tijd. Voor 2020 is een besparing van € 0,4 miljoen gepland. Dit betekent dat er in 2020 € 1,45 miljoen wordt gedekt uit de reserve sociaal domein die eind 2019 is gevormd. De realisatie van de financiële taakstelling voor 2020 verloopt tot het met het eerste kwartaal redelijk conform plan.

De grootste afwijkingen m.b.t. WMO zijn (per saldo € 15.000 voordeel):

  • Hulp bij huishouden € 60.000 nadeel;
    toename vraag i.v.m. invoering van het abonnementstarief Wmo in 2019.
  • PGB WMO hulp bij huishouden € 25.000 voordeel;
    sinds 2010 neemt het aantal inwoners met een persoonsgebonden budget af.
  • PGB WMO begeleiding € 50.000 voordeel;
    het aantal inwoners met een persoonsgebonden budget is in 2019 met 25% gedaald.
  • Hulpmiddelen – vraagafhankelijk vervoer en Begeleiding WMO - vervoersvoorzieningen;

De volumestijging zet in zowel het vraagafhankelijk vervoer als het WMO routevervoer in de eerste maanden door. Doordat er i.v.m. de Covid-19 maatregelen fors minder wordt gereisd, verwachten wij in 2020 geen kostenoverschrijding. Waarschijnlijk vraagt het aanvullende maatregelen op een verdere kostenstijging in 2021 te voorkomen.
Verder wordt het nadeel van de verhoging van de tarieven met de NEA-index van 6,7% (kosten van de taxibranche) opgevangen door het inkoopvoordeel dat we in de nieuwe aanbesteding op het vraagafhankelijk vervoer hebben gerealiseerd.

De grootste afwijkingen m.b.t. Jeugd zijn (per saldo € 50.000 voordeel):

  • Jeugdhulp (zin) - individuele voorzieningen € 100.000 voordeel;
    Het aantal geïndiceerde jeugdigen ligt vanaf ultimo 2019 tot heden op een stabiel niveau rond de 1.000 personen. Rekening houdend met de prijsindexering van de tarieven van 3,18% verwachten wij een klein voordeel.
  • PGB Jeugd € 50.000 nadeel;
    Het aantal jeugdigen met een persoonsgebonden budget is vanaf 2015 jaarlijks gedaald. Vanaf juli 2019 is het aantal budgethouders weer gestegen. In 2020 blijft dit aantal op het hogere niveau. De kosten stijgen navenant.

Met betrekking tot de participatiewet zien we nog geen substantiële afwijkingen.

Alle onzekerheden rondom en de effecten van de Covid-19 maatregelen hebben veel impact op de budgetten in het sociaal domein. In deze Turap hebben we aangegeven dat we bij een aantal budgetten (WMO Hulpmiddelen en doelgroepenvervoer) voor de oplopende tekorten oplossingen zoeken. In de Kaderbrief, kwartaalrapportage Taskforce en de programmabegroting komen we hierop terug. Zie bijlage voor nadere informatie.

Deze pagina is gebouwd op 06/11/2020 11:12:18 met de export van 06/10/2020 16:36:46